Er was eens heel lang geleden
een kleine verwende jongen
Ik weet het nog alsof het was heden
Die eiste te werden toegezongen
Omdat hij anders de slaap niet kon vatten
en zo niet kon dromen over grote schatten
verborgen op 1 of ander eiland
of in een door koeien begraasd weiland
Zijn vader zong plichtsgetrouw
elke avond als een vrouw
omdat door een nare haai
zijn vrouw klonk als een schore kraai