Hier lig ik nu naast jou,
eindpunt van onze liefd,
die groeide en bloeide,
tot ze werd platgetrapt door
een nietsvermoedend voorbijganger,
uit de grond gerukt gerukt door een enkel woord.
Jouw kamer is niet meer die oase van
warmte en licht in een donkergrijs winterlandschap,
jouw lach niet meer die
onverbloemde lach,
jouw liefde niet meer de mijne