Als ik een roos beet hield stierf het,
ik was verteerd door haat.
Toen ik jou tegen kwam veranderde
alles in mijn leven. Toen ik je voor
het eerst hoorde lachen stierf
de donkere zijde uit mijn hart.
Ik voelde nergens wat voor behalve voor
jou. Als ik aan je lach terug denk
dan werd al het haat uit mijn hart verbannen,
want mijn hart behoord altijd bij jou.