ANGST
Ik ben niet zo snel bang te krijgen.
Alleen over straat? Laat me maar gaan!
Enge verhalen, horrorfilms, spoken,
niet iets waar ik lang stil bij blijf staan.
Enge geluiden, spinnen en dieven,
claustrofobie, verdrinken in zee.
Alleen in huis, overal donker?
Het raakt me niet. Come what may!
Toch heb ook ik één grote angst:
Ernstige ziekte, lijden en pijn.
Ongeneeslijk, geen vooruitzicht.
Dát, daar kan ik bang voor zijn.
Ik weet dat ik ooit dood zal gaan.
Daarvoor ben ik tenslotte een sterfelijk mens.
Maar laat het snel en zonder lijden zijn.
Zonder pijn, dat is mijn wens.
Vechten kan ik, geen probleem,
Ik heb me al vaak ergens doorheen geslagen.
Maar laat ’t niet enkel lijden zijn
in mijn laatste levensdagen.
Ik sta er niet te vaak bij stil,
’t leven is al niet zo lang.
Maar als ik aan ernstige ziekte denk
Dán, ja dán wordt ik ontzettend bang.