De leider van de jongensgroep
De leider van de jongensgroep
voelt zich eenzaam en alleen.
In de iris van zijn ogen
zie je ongekende angst.
Hij is zichzelf al lang niet meer.
Zijn keel is droog, zijn humor ook.
Hij voelt zich loskomen en dan
voelt hij zich eigenlijk nog het bangst.
De leider van de jongensgroep
staat niet meer in de zon.
Hij voelt de schaduw priemen.
Perst krampachtig een lach.
De anderen negeren.
De anderen verleren.
Ze wachten op het teken
want dat hebben ze graag.
De leider van de jongensgroep
bracht sterkere verhalen.
Hij trok voortdurend aan het touw
en zorgde voor de sfeer.
Nu is de leider leider af
en gaan we naar de grond.
Met niemand die het roer vasthoud.
Met niemand deze keer.
De leider van de jongensgroep
dacht echt veel te veel na.
Het was gewoon een zwakkeling.
Hij wist niet wat hij deed.
Maar nu hij eindelijk weg is
missen we hem toch erg hard.
En ik weet nu zelfs niet meer
wat ik hem eigenlijk verweet.