Verlangen,
Verlangen naar een verleden,
een verleden dat voorbij is.
Ik leef toch in het heden.
Waarom denk ik toch dat ik het verleden mis.
Het verleden was ook geen rozegeur en maneschijn.
Het verleden heeft me zoveel energie gekost,
zo ontzettend veel energie en pijn.
Ik was opgelucht toen ik mezelf van dat verleden had verlost.
Maar een tijd erna voelde ik me gebroken.
Er ging geen dag dat er geen traan liep.
Over die gevoelens heb ik nooit iemand gesproken.
Ik schaamde me daarvoor ontzettend diep.
Gevoelens bleven verborgen voor alles en iedereen.
Hield mezelf voor de goede beslissing te hebben genomen,
maar ondertussen voelde ik me eenzaam en alleen.
En ’s nachts bleven de tranen stromen.
Gewoon simpelweg doorgaan met je leven.
Overdag iemand anders als in de nacht.
’S nachts zware depressies beleven,
en overdag zijn als iemand die altijd lacht.
Ik ben veel veranderd in de afgelopen tijd.
Een compleet ander mens doch met hetzelfde hart.
Hetzelfde hart maar nog steeds iedere dag in strijd.
De strijd in mezelf die me nog steeds verward.
Het verlangen blijft onverklaarbaar.
Ik moet het verleden achter me laten.
Maar het is iets waar ik me nog steeds blind op staar.
Misschien dat ik het er binnenkort met je over wil praten.
Mijn verleden, dat was jij.