Je was omgeven door kristalhelder water.
Soms stilstaand, zacht golvend of
vervuild door dorre bladeren.
Bladeren afgerukt door een ijzige wind
van de stevige bomen aan je oevers.
Sneeuwwit tot crème als de kleur die je tijdens
je korte leven jouw belangrijkste kenmerk was.
Trots op wie je was bloeide je open tot
een prachtige lelie, een bloem uit de duizend.
Een zachte geur die je omhulde waarvan
alles en iedereen die bij je was mee kon genieten.
Je verzette je tegen het vallen van de nacht.
Je hunkerde zoals steeds naar de zon die
je gezicht verwarmde en streelde,
de gulle glimlach van een kind,
de innige omhelzing van een koppel.
Je was gelukkig als anderen om wie je zielsveel gaf
elke dag de kleine gelukjes van het leven herkenden.
Jouw openheid en je frêle hart stonden 100% en altijd
voor geliefden klaar.
Uit je wortels zullen later nieuwe waterlelies ontluiken.
Maar tot dan moeten we je gemis, onze herinneringen
aan jou, ons verdriet en pijn om onze
teergeliefde lelie verwerken.