ik zie je,
als ik mijn ogen sluit.
als een droom,
zonder geluid.
je ogen glanzend in de zon,
mooier dan ik in deze droom dromen kon.
als ik aan je denk,
droom ik van bloemen.
ik hoor de bijen zoemen.
maar dan wekt iemand me,
metg een wenk.
dan ben ik ontevreden,
ik ga naar een plaats waar niemand komt,
om weer van men zwartje te dromen.