Ik wil…
Ik wil stormen
om de wind te kluisteren,
die dwarrelt,
vlaagt en fluistert
in en om me heen.
Ik wil snijden
als een mes, een zwaard.
Gewet, op scherp, gekarteld
in tweezijdig zijn,
aangepunt venijn.
Ik wil branden
om de zon te verzengen
met hete passie van kracht,
tomeloze hitte
van vurige macht.
Ik wil huilen
met golven verdriet.
Zeeën van tranen
beukend op
rots en graniet.
Ik wil een keer nog razen,
vechten, vloeken als dwazen.
Nachten vertrappen,
overdag gaan stappen.
Mijn liefste, zonder bezinnen,
binnenste buiten beminnen.
Ik wil… nog een keer.
wil melker
21/01/2001