Tranen rolden uit mijn ogen.
Kon het gewoon niet geloven.
Opeens zag ik je daar staan.
Ik dacht, ach hij zal wel weer weg gaan.
Maar nee je kwam naar mij.
kon niet geloven dat je wat tegen mij zij.
Al die maanden heb ik hem gemist.
Maar hij was nooit uit mijn geheugen gewist.
Het werd me echt te veel.
Voelde een brok in mijn keel.
Tranen stroomden en zacht streelde hi mijn haar.
Wou het nog niet geloven, dacht dit is niet waar.
Hij de jongen waar ik zoveel om geef.
Hij degene waar ik voor leef.
Zijn woorden wisten mij te raken.
Het waren zijn woorden die mij blij maakten.
Nooit gedacht dat het ooit zo zal zijn.
We hadden zo'n ruzie het was echt niet fijn.
Maar vrijdag deed hij zijn arm weer om me heen.
Voelde me zo blij ik was niet meer alleen.
Maanden heb ik op hem zitten wachten.
Dagen lang naar hem zitten smachten.
Vrijdag nacht was dat voorbij.
Ja vrijdagnacht zat hij weer naast mij.
Het was weer net zo als toen.
Ik kreeg weer een dikke zoen.
Die zoen die ik zo graag weer wou.
Ik kon hem alleen maar krijgen van jou.
Al die andere jongens deden mij niets.
Ik weet het niet jij hebt gewoon iets.
Nee ik kaat je niet meer gaan.
Nog eens jou kwijt raken kan ik gewoon nie aan!