ik haat alle bloemen
langs de kant van de weg
die me zo schijnheilig
aan stonden te staren
alsof ze allemaal tegelijk
er bewust van waren dat
ik eerder was uitgebloeid dan
die schijnheilige rotdingen zelf
de wind joeg ze op
die nutteloze steeltjes met die
paarse en gele kleuren van boven.
o, wat had ik ze liefgehad
als ze het me hadden verteld