soms zie ik voor men ogen
een groot zwart gat en wordt er naartoe gezogen
het tovert men zwakke ik om,
fluisterd tegen men donkere kan : "kom!".
ik stoot me af,
spring uit men graf.
ik ben te sterk.
om mij te kraken heeft het zijn werk.
maar als er in iets al duizenden barstjes zijn
breekt het toch
en lost de pijn