Rode maan.
Toen ik uit het raam keek,
was het net alsof het leek
dat de maan rood was,
alsof ik haar liefde las.
Het rood was passioneel,
en voelde zo zacht aan als fluweel.
En toen had ik ontdekt
dat het de waarheid rekt.
Ik had de waarheid ondervonden,
van de vriendschapsbonden.
Met de maan aan mijn zij,
was ik nooit alleen en altijd blij.
Toen ik eindelijk vrienden had gemaakt,
was het de maan die mijn hart raakt.
Het rood was weg,
en die verbondenheid was weg.
Het moraal van mijn gedicht
is hoe hard je er ook op richt,
er iemand altijd voor je zal zijn,
en dat, dat is maar al te fijn.