Doelloos
En alweer: die roekeloze kloppingen –
schietend – knallend door mijn lijf: een verwenning –
tot de grens van mijn hart; de opstoppingen
vloeien in de kamers – kneden herkenning:
liefde: dringt maar: maakt me gek; kan het niet kwijt;
met een koude sluiting zit mijn hart op slot,
omdat die ‘zij’ (inkt) mijn gangen niet berijdt –
hamert op de zwakte: maakt mijn ziel kapot –
maar ik wens liefdes brongeopend streven;
behalve de inkten ‘zij’ op het papier:
geen warme hand om de sleutel te geven:
zolang: – in mijn heet dieppoëtisch gestel
bereid ik voor: er staan woorden op een kier –
zolang: ik zie (voel alvast); ik wacht nog wel.