Ik ben niet bang voor de weg,
Ik ben niet bang voor de weg,
men zou moeten kijken,
men moet luisteren
naar de kronkelingen in je diepste wezen
en alles zal goed komen,
de wind zal ons meevoeren
Jouw boodschap aan de hemel
en de baan van de reis,
een kort ogenblik van heerlijkheid,
zelfs als dat tot niets dient
Alles zal verdwijnen
De streling en het schroot
en deze ellende die ons kwelt,
Het paleis van voorheen,
van gisteren en morgen
Genetisch aan banden gelegd,
chromosomen in de dampkring,
Taxi's voor de sterrenstelsels
en mijn vliegend tapijt straalt,
Deze geur van onze doodse jaren,
die aan kunnen kloppen op je deur,
met een oneindigheid aan bestemmingen,
Men stelt er één vast, maar welke houdt men aan?
Terwijl het getij opkomt
en iedereen zijn rekening opnieuw opmaakt,
neem ik in de diepte van mijn schaduw
het stof van jou mee
in mijn koud en versteende hart
Ciao,