Narcissus opnieuw I
Al ga jij je verbergen
achter verte, achter stilte,
je loopt je toch verloren in
geritsel van een enkel blad
en adem aan mijn oren,
geheimen.
Ik wil je zien je horen,
het zwijgen van je scheuren,
je schuilplaats open roepen,
zodat het langs de kale
rotsen schalt.
Maar nog heersen rondom
sneeuw en windstilte:
het jaargetijde
maakt onhoorbaar
Alleen mijn eigen stem ijlt na:
Waar ben je, Echo?