De wolken kijken me treurig aan,
de huizen houden zich afzijdig,
de mensen lopen als een verschrikte kudde vooruit,
de winkels zeggen met een smerige grijns : kom binnen,
de auto's twijfelen of ze nog vooruit of achteruit kunnen,
de vrienden lachen alsof het de leukste dag van hun leven is,
de vrouw die ik bemin is weg voor altijd,gestorven in dit onpersoonlijk kluwen
Daartemidden loop ik,
alleen?