Ik ben een prinsesje uit het Rijke Westen.
Mijn bezittingen kan ik niet meer tellen.
Mijn huis is ruim en goed verwarmd.
Water komt schoon uit de kraan.
Elke dag trek ik mooie schone kleren aan.
Goedkoop, want tegen lage lonen gemaakt
Door mensen in een ver warm land.
Meubels hoef ik nooit te kopen
Ik vind ze bij de vuilnisbak.
Ik hoef me niet moe te maken.
Machines doen het werk.
Auto's, bussen en treinen vervoeren mij
Muziek uit een luidspreker ontroert mij
Beelden op de televisie amuseren mij
Virtuele contacten onderhouden mij
Waarom zijn prinsesjes niet gelukkig?