Duizende klokken beieren,
op een cadans van invitatie,
een kwellende twijfel,
passeert menigmaal de deur,
de angst voor intrede,
na zoveel jaren van afwezigheid,
doen zijn benen wikken...
Schichtig kijkt hij naar de poort,
waaruit klanken harmonieren,
zijn verlangen bevreesd overwinnen,
een goddelijke kracht hem troost,
en hij uiteindelijk deel uitmaakt,
van een glorieuze geboorte,
die hij bejubelend meezingt,
de twijfel overwonnen...