Bekijk mijn lichaam.
Kijk:
mijn schoot: een opvangbekken voor nooitgeboren daders.
Mijn buik niet meer dan aperitief.
Mijn nek: vastgeroest en stijf.
(Maar gelukkig nog heel dankzij de omleiding via mijn borsten)
Mijn heupen: vlakgeschuurd.
Je besteeg me als een arend:
ergens ver weg uit de hoogte,
maar nooit kwam je
dichter.
Ik weet het,
"nee" heb ik nooit willen zeggen.
Maar ik deed tenminste alsof.