De wereld wentelt zich in warme wol
en schuwt verpest het stemmig stergordijn
Het licht verblinde oog is dicht, slechts schijn
van schimmig schimmenspel bespeelt de bol
Ik word belegerd in mijn kille hol,
maar sterk me met het hemels sterfestijn
Het rust beluste lijf valt aan, de lijn
van edel denkwerk houdt heldhaftig vol
Gedachten schieten onverminderd voort
De slaap zijn macht wordt kloksgewijs vergroot,
maar hij bestormt vergeefs mijn hemelpoort
Bewust pareer ik elke aanvalsstoot
Ik wil geen slaap, de hoogste kennis gloort!
Mijn ware ik wordt stap voor stap ontbloot