Schuifelend door de kille straten
Van mijn verkilde, verstarde ziel
Het amorfe grijze beton
Schurend langs het tanende eelt
Van mijn getergde voeten
Een gloeiend hete traan
Biggelend
Langs mijn ijskoude wangen
Als een vloeibare getuigenis
van mijn intense verdriet
Prikkelend, bijten, vlammend
Flarden van onvervuld verlangen
Schieten tot ver achter in mijn hoofd
Onbereikbaar eenzaam
Kon ik maar met mijn vingernagels
Tot diep achter in mijn oogkassen
Reiken, voelen, schrapen
Om het vlekkerige vulsel
Van mijn vleesgeworden visuele,
Allesverzengende rauwe ellende
Weg te klauwen en kapot te scheuren
Rest mij enkel duisternis en pijn
Mijn hart klopt en pompt mijn
Dode bloed onverschillig door
Mijn door angst verteerde lichaam
Wegstervend in een moordend
Alles bevrijdend niet-zijn
Echter,
Een laatste stuiptrekking van
mijn diep verzonken geest
Doet mij pijnlijk beseffen
Ik ben