Ik heb twee broertjes,
Eén van dertien, en één van vier
Samen in één lichaam,
Hij heet Niek
Vrolijk, want dat zijn ze allemaal
Opgewekt, spontaan
En natuurlijk vréselijk muzikaal
Mooie vooroordelen
Met het lichaam van een puber,
En het verstand van een kleuter
Hobbelt hij door het leven,
Samen met mij
Grote zus, voorbeeld
Beschermster, vriendje
Stomme soepkip
Een aanstekelijke lach,
Een dagelijkse scheldpartij
God, wat houd ik van hem,
En hij van mij
Spel of werkelijkheid,
Niek kent het verschil niet
Misschien maar beter,
Bespaart een hoop verdriet
'Mongool', hoe pijnlijk het woord,
maar zo mooi de persoon
Angst voor wat er nog komen gaat,
Dat zien we dan wel weer, tegen die tijd
Mijn mooie broer is mongool,
En ik wil hem nooit meer kwijt.