Maar jij ziet mij niet staan
Ik sta voor het raam,
kijk naar de regendruppels
die tegen mijn raam tikken
en er langzaam vanaf glijden.
Zwijgend kijk ik
naar de wind die door de bomen sluipt,
de blaadjes die naar beneden dwarrelen
en tenslotte de grond onder zich bedekken.
Roerloos kijk ik
naar de kat die in de tuin van de buren een muis besluipt,
hem probeert te vangen,
maar hem niet te pakken krijgt.
Ik kijk om me heen
en merk;
Ik zie alles,
maar jij ziet mij niet staan.