Mijn Leven
Ik was vijf toen mijn ouders gingen scheiden.
Al weet ik er weinig van.
Sommige dingen kan ik me herinneren.
En ik weet niet hoe dat kan.
Ik herinner me erge dingen.
Die ik niet kan vergeten.
Ik praat er haast nooit over.
Ik wil dat niemand dit ooit zal weten.
Ik blijf er aan denken.
Iedere dag.
Hoe mijn vader daar bleef schreeuwen.
Terwijl mijn moeder daar op de grond lag.
Ze hadden altijd maar ruzie.
Hij deed mijn moeder pijn.
Hij zat bij andere vrouwen.
Hoe durft hij zo te zijn?
Hij vertelde leugens.
Om het weer goed te maken.
Mijn moeder trapte daar in.
Zoals mijn broer en ik dat zagen.
Maar hij deed weer precies hetzelfde.
Hij hield niet meer van haar.
Heeft hij dat ooit wel gedaan?
Is dit echt waar?
Nu na twaalf jaar.
Heb ik een gelukkig leven.
Mijn moeder ook.
We hebben niks meer te vrezen.
We zijn gelukkig en blij.
Mijn vader zie ik niet meer.
Daar ben ik opgelucht over.
En toch doet het me zeer.
Ik heb met hem gebroken.
Ik hoef hem nooit meer te zien.
Want ik ben nu gelukkig,
en een blije ziel.
(waargebeurd)