Ik lust je rauw,
als ontbijt,
en geef j’ een tik
Voorzichtig
want ik wil geen narigheid
en toch is er iets gebarsten
Kijkt me aan met paardenogen
ik kan het niet aanzien,
haal hevig met m’n vork naar je uit.
Ben je de kluts kwijt?
Je bent een eitje, wist je dat?