In het station van de eetstoornis
vervelen ze zich op
verlaten peronnen
en zwijgen in welkomsthallen
waar ze op niemand wachten
omdat ze vergeten zijn op wie
Hun ogen staren uitdruksloos
uit een gezicht zo lang gechminkt
dat niemand meer vermoed
dat er leven achter zit
Ze hangen rond
in gangen en kamers
hun angst verborgen
in kleren
die sjofel moeten lijken
om waardevol te zijn want dat is in nu
Ze kijken zelfzoekend de kamera in
zichzelf verloren
in de diepe zee van succes
Ze zijn zielig
alsof vervalst licht
en nagemaakte schaduw
nog konden verbergen
hoe ziek ze zijn
ze snakken naar adem
als vissen op het land
en denken dat rijkdom
de weg naar bevrijding is