Hij had het kunnen horen, kunnen lezen in de krant
dat het huis waarin zij woonde tot de grond toe was verbrand
Maar hij was er zelf geweest, met het water in de hand
wat hij op de grond liet vallen door de liefde overmand
Hij was als lucht met water
en op de aarde was zij vuur
en haar vlammen vroegen zuurstof
want zo werkt de natuur
en toen zij al in brand stond
liet hij het water ongemoeid
en de vonk die bij hem oversloeg
heeft de aarde toen verschroeid
Dat de aarde water dronk, toen zij tezamen zijn verbrand
dat heeft hij uiteraard nooit kunnen lezen in de krant
net als niemand wist, dat als het waaien zou, al was het maar een zucht
haar as gedragen werd, door haar redder; door de lucht
Want toen zij al in brand stond
en hij verhit werd door haar vonk
zijn ze samen toen gevlucht
omdat het vuur hem liefde schonk
want het vuur dat was hem dankbaar
was hem dankbaar voor de lucht
en de aarde dronk het water
en het vuur dat dronk de lucht
U heeft het kunnen horen, kunnen lezen in de krant
dat het huis waarin zij woonde, tot de grond toe is verbrand
en de brandweer was geweest, met de brandslang in de hand
maar de liefde...het vuur
zo is de natuur
was sterker geweest dan het koele verstand
en zij is toen samen met de brandweer verbrand