Mijn ogen wenen,
de tranen rollen over mijn wangen.
Ik voel me raar.
Woorden wisselen mijn gedachten,
rook wist mijn prachtig zicht,
zicht op koude velden en grachten.
Ze even gedag zeggen is mijn plicht.
Ik voel de bries mijn wangen drogen,
waardoor mijn haren vlogen.
Daarna ben ik weer in de harde wereld ,
waar ik steeds wordt belogen.
Het lot die me steeds vekeerd stuurt,
steeds naar diezelfde hel.
Maar nu krijgen ze mij niet meer in die buurt,
ik keer terug naar mijn gebied.
Waar ik herleven zal.