Drijvende bloemen, ingehaald door de stroming, zich zuidwaarts verplaatsend, overschaduwd op hun weg door de rommelige boomsilhouetten. Klanken van weemoed, klanken van vergeetachtigheid, klanken van hardheid, weerkaatsend op de robuustheid van het stenen gebergte, tijdelijk vervormd door de oneffenheid van haar uiterlijk.
"We worden gadegeslagen, lief blad naast mij".
"Ja, ik heb het gezien...en al voor een geruime tijd"
"Is dit ons lot, lief blad naast mij"?
"Zou dit dan geen mooi lot zijn, als dit ook echt zo zou zijn"
"Hoe bedoel je, lief blad naast mij"?
":We voelen het water, de vissen die ons begroeten;
We worden belicht door de zon, iets wat wij niet kenden beneden bij de stam;
Voedsel voor ons alleen, teveel......
is dit dan geen rijkdom waar wij ons in bevinden"?
"Lief blad naast me.......ik denk dat ik je gelijk moet geven".
;-)
Duncan
een keer wat anders, ;-)) S.