Zachtjes tikken de druppels tegen het raam,
Zachtjes tikkend in een monotoom geluid.
Zachtjes kietelend vallen zij ter aarde.
Zachtjes vertellend hun dialoog vol waarde.
Daar sta je dan alleen in de regen,
Proberend de tranen van je gezicht af te vegen.
Het zijn de regendruppels die zich vermengen,
Met het verdriet op je gezicht.
Alleen in een natte zegen.
Alleen,doorweekt en koud is de regen,
Op je hoofd dansen nu 1000 den knuppels.
Er ontstaan, huilende regendruppels.