Oude verhalen die een reiziger vertelde,
heldenliederen, die een bard ooit zong,
over zomers in het Moswoud, lang geleden,
toen de Roodburcht niet verweerd was, maar jong.
Vuren in de grote zaal, koude winternachten,
legenden over krijgers,
op avonden kil en guur,
over veldslagen, feesten, vrienden, verre tochten,
verteld bij de warmte van het hoogoplaaiende vuur.
Kom dichterbij bosbewoner, en luister aandachtig,
droom vannacht onder je warme beddengoed,
van deze avonturen uit lang vervlogen tijden,
van dappere heldendaden en ware krijgersmoed.
En onthoud ieder woord van deze oude verhalen
over vreugde en verdriet,
over geluk en lijden.
Want ooit zal jij ze aan de jeugd vertellen,
en dan zeg je: Ach, dat waren nog eens tijden.