Mama
Waarom altijd die ruzie’s,
Ze staan zo tussen ons in,
Nooit wat van elkaar willen begrijpen,
Uitpraten heeft dan ook geen zin.
Elkaar telkens weer van alles verwijten,
Alles gaat tegen de haren in,
Elkaar weer met het verleden confronteren,
Want uitpraten had ook toen geen zin.
De ruzie’s lopen steeds hoger op,
Er is geen houden meer aan,
Ik wordt verzocht het huis te verlaten,
Omdat jij niet weet hoe het verder moet gaan.
Een meisje van nog geen 20,
Op zoek naar een plekje voor haar alleen,
Omdat ze door haar moeder niet wordt begrepen,
Zomaar het huis uitgezet, is dat niet gemeen.
Maar ik ben nu gelukkiger dan ooit,
Mensen kiezen nu echt voor mij,
Ze laten me merken dat ze achter me staan,
En dat maakt me blij.
Opeens word van alle kanten hulp geboden,
Niemand die wist hoe egoïstisch mijn moeder kon zijn,
Bij iedereen gaan nu de stukjes in elkaar vallen,
En ze troosten mij met me pijn.
Al 4 jaar lang voel ik me thuis niet gewenst.
Telkens het gevoel op me tenen te moeten staan,
Maar eindelijk heb ik nu de rust gevonden,
Want ik weet nu:
Met behulp van al mijn lieve vrienden,
Kan ik deze harde wereld aan.