KRANTENMEISJE
Soms liep ze nog wat te dromen,
maar wist altijd op tijd
van haar kranten af te komen!
Vriendelijk, spontaan en bovenal
een echte optimiste.
Regen, storm of hagel de krant kwam er,
omdat zij dat zo besliste!
Vijftien maal nieuwjaar had ze mee gemaakt.
Toen plots op beestachtige wijze
haar levensstroom werd gestaakt.
Ijselijk gegil weerklinkt in de regenachtige
vroege morgen.
Haar gezicht tegen de straat aan gedrukt,
niemand kon nog voor haar zorgen!
D'r geest werd uit haar lichaam weggerukt.
Blank staal flitste door de ochtend schemering,
zo werkte hij haar uit z'n herinnering!
Een geschaad ego, gedreven door ziek makende haat.
Ziekenauto en politie kwamen voor haar te laat!
Woede en verdriet in iedere ommoordse straat.
Nooit zal zij het levensbrood nog eten,
maar het leven neemt snel weer z'n dagelijkse loop.
Wie zal het morgen nog weten?
Vijftien zomers jong,