Mijn knieën optrekkend probeer ik me
zo klein mogelijk te maken.
Ik wil niet dat iemand me ziet.
En gelukkig, loopt één voor één
iedereen me voorbij.
Zo onopvallend mogelijk kruip ik
in het diepste hoekje weg.
Niemand mag me vinden.
Maar dan, zie ik iemand
recht op me afkomen.
Ik voel rillingen over mijn rug lopen
als ik zie dat je me gezien hebt.
Wanhopig probeer ik nog verder in
mijn hoekje weg te kruipen,
maar het is te laat.
En dan voel ik je opeens overal.
Beginnend in mijn hart, stijg je
naar mijn hoofd en ik loop over van geluk.
Je doet me alles vergeten behalve jou en
ik kan alleen maar genieten.
Ik voel je warmte en voel je liefde.
Alles voelt juist aan.
En dan, opeens, ben je weg.
Verdwaasd zit ik weer midden
in de menigte van daarvoor.
Ik kijk rond me,
maar ik zie je niet onmiddellijk.
Dan, wanneer ik achter mijn rug kijk,
zie ik je rug en ik
begrijp dat je me niet gezien hebt.
Je bent gewoon dwars door me heen gelopen...