Ik dacht dat er wel voor iedereen iemand was.
Maar nu niet meer,
Want ik wacht en wacht maar er komt niemand.
Ik begin te twijfelen,
Is er wel iemand voor mij.
Hij hoeft niet knap te zijn,
En ook niet stoer,
Zolang hij maar lief is,
Maar nog steeds wacht ik,
Ik gooi een bal in de lucht,
Maar niemand vangt hem.
Ik zit in de klas en kijk rond.
Iedereen is blij de meisjes met jongens bij hun zijde.
De school is uit en ik fiets naar huis,
Daar staat een jongen hij kijkt me aan,
Ik kijk terug,
Maar hij laat me gaan,
Hij ziet er leuk uit,
Dus is hij zeker niet voor mij,
Ik kom thuis en gooi de bal in de lucht,
De jongen vangt hem,
Ik vraag zijn naam,
Maar hij was maar een illusie,
Er staat niemand,
De bal stuitert op de grond en komt tot stilstand,
Er was helemaal niemand.
Nu zoek ik nog de ware jongen,
Zou hij nog wel komen,
De jongen de bij mijn zijde staat,
En me nooit meer laat gaan.