een natte kurk gaat zwierend door mijnn hand
zacht ruikend naar weemoed van Calvijn
in m'n hoofd houdt de beat van Dionysus stand
is dit nu het wezenlijke om het ware zijn
doen naar de dagen van het nieuwe morgen
een glimp op beelden stijgend adrenalinepeil
De ware jij houd ik innerlijk verborgen
de tocht wc-terug afgelegd als dweil
een plof op de bank geen kaarsen ontbranden
langzaam zelfs iets gestaag het hart uit
na knipperende ogen bewegende wanden
de man met de hamer lacht doneert een duit
de kurk in de asbak en de maag ernaast
het lichaam is vol van overvol voelen
hij-zij die wil winnen in-exclusief haast
moet zich richten op vooral haalbare doelen
.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.
ben ik een doel opzicht in het leven
de ik die smacht naar het ware geluk
die omziet naar jou in angst en beven
strijdend ten onder aan eigen druk
.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.
knietje voor knietje op weg om bij te tanken
van Franse geneugten naar bitter uit glas
stofdorpels beklimmend zonder te denken
te laat op bestemming een stoelpoot zat dwars
hoe diep moet men kijken voor te verdrinken
is het de ziel het gezicht het totaal
doen genegenheidverlangens mij zover zinken
dat ik zelfs 100 onder N.A.P. niet meer haal
.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.
al vermoord ik het kind in mij
jij zal het nooit eten
straft me genadeloos af
zolang ik nader
blijf je lachen
maar vóór elke poging
stoot je mij af
een Tantaluskwelling gelijk
.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.
m'n hand klemt de deken langzaam omhoog
de walm om mij heen veroorzaakt plaats'lijk mist
angst sluit nader de huid niet langer droog
de maan trekt rustig weg alsof zij alles wist
nooit eerder heeft m'n innerlijk me bedrogen
zoals wel vaker gebeurd is eens eerst
toch diep in m'n geest wordt er langzaam bewogen
het is niet buiten maar binnen dat me beheerst