de kruimels heeft ze opgegeten
haar honger won het van de weg
"heim im Leib" als een gedachte
die het gevoel soms juist vertalen kan
ik durf niet te zeggen dat ik van haar houd
ik ken mijn eigen zwakten
haar navelrond en zielsgedachten
op zeven mijlen ver
wangenbreed de lip gespannen
een glinstering in het vizier
met vlugge pas - een kleine gave
haar aangezicht dat in de wolken schrijft
ik durf niet te zeggen dat ik van haar houd
ik ken mijn eigen zwakten
haar navelrond en zielsgedachten
op zeven mijlen ver
ik zou willen rennen
maar ik ben haar niet
ik kruip door het stof
op mijn laatste krachten
ik hef mijn hand tot schouderhoogte
mijn krachten vloeien langzaam weg
ik kan niets meer van je verwachten
mijn hart bonkt: "ik heb je lief" door mijn lijf
ik durf niet te zeggen dat ik van haar houd
ik ken mijn eigen zwakten
haar navelrond en zielsgedachten
op zeven mijlen ver