Ik lig op mijn buik
in het gras,
even al vergeten
dat het gisteren nog koud was.
Het fluiten van de vogels,
het ruisen van de wind,
het klappen van een deurtje,
de luide lach van een kind.
Tussen al die geluiden lig ik,
zomaar nergens aan te denken,
en even, heel even maar,
ben ik volkomen gelukkig.