Tranen vullen mijn lichaam,
maar niets kan baten,
ook dit moet ik doorstaan,
alles moet ik toelaten.
Ik voel de pijn,
voel zijn handen overal,
dit kan niet echt zijn,
khoop dat ik snel ontwaken zal.
De pijn verscheurt mij,
laat een groot litteken staan,
waarom ben ik niet zo sterk als hij,
waarom heeft hij me dit aangedaan?
Ik zie enkel zwart,
hij is weg, net zoals het licht.
Ben bang, hoor mijn eigen hart,
want voor ik het weet,
is hij weer zo dicht.