Ik ken mijn naam niet
Kan niet meer denken
Sinds jij mij voorbij kwam lopen
Een glimlach speelde om je lippen
Alsof vastgeplakt met lijm
Ogen die mij doorboorden
Zagen al zoveel kwaad
Een zuivere huid
Bedolven onder het schijnen van de zon
Een hemelse blik
Van onstopbaar geluk
En een hart
Ondergedompeld in goedheid
Deze fractie van een seconde
Al maanden opgesloten in m'n hoofd
Verwart me,
Maakt me blij,
Laat me een stukje van het paradijs zien
Dit hatelijke gevoel
Diep in mijn maag
Onverteerbaar
Elke nacht droom ik
Dat ik jou weder zie
Me aanspreekt met een
Stem alsof van een engel
Afkomstig
Me aankijkt
Alsof ik de eerste goedheid
Ben in zijn leven
Me aanraakt
Met handen zo zacht
Als satijn rond een vrouwenlichaam
Elke nacht opnieuw
Maakt de duisternis me wakker
Valt me die pure leegte op
De kilte in mijn hart
Hopend dat ik de volgende dag
Minder gekeweld zal worden
Door dit intense verlangen
Dat ik de volgende dag
Je goddelijke verschijning
Opnieuw moge aanschouwen
Elke dag opnieuw
Dezelfde illusie
Tot de dag je met jouw hand
De mijne neemt
Me teder kust
Overal streelt
Dat is de dag waar ik op wacht
Dan zal ik eindelijk gelukkig zijn