och, hou toch op.
volledig! ik zeg toch stop.
maar niet luidop.
oh nee.
maar diep vanbinnen.
waar ik weet dat
niemand me kan vinden.
dan kan je me ook niet slaan.
voor al die dingen die zich
afspelen.
en voor al die dingen die
ik heb gedaan.
ik zal ermee moeten
leren leven.
hoe? dat is een andere vraag.
spijt, daar denk ik de hele
dag aan. ookal heb ik
niks misdaan. denk jij.
maar ik weet wel beter.
en nee, jou vertel ik niks.
want dit is iets van mij.
en jij, tja, jou laat ik
buiten staan.
ik heb iets geleerd.
niemand laat ik nog binnen.
want hoe je het ook keert of draait,
ze laten je toch altijd
ijskoud staan.
en dat laat ik niet meer
met mij gebeuren.
ookal zit je zo te zeuren.
neen, bij mij heb je afgedaan.
ga maar weg. ik kan
daar niet meer tegen.
we hebben misschien hetzelfde bloed.
maar ook jij bent soms
te ver gegaan.
zover zelfs, dat ik je
begin te haten.
dat kan ik zelf niet verdragen.
maar je moet weten. ik wil
ook nog leven.
in plaats daarvan
zit ik met een
schuldgevoel.
begrijp je nu wat ik bedoel?
jij geeft ze aan mij.
ik weet niet waarom.
maar ik voel me telkens
minder blij. dag na dag.
jij vraagt zoveel. je weet
dat ik dat allemaal niet
kan geven.
ik ben ook maar een mens.
een meisje van 15.
en voor iemand van mijn
leeftijd, heb ik al veel gezien.
of gevoeld.
want daar gaat het allemaal
over.
weet je nu wat ik bedoel?
slecht, zo is het hoe ik me voel.