Jou woorden waren zo koud en zo hard,
priemden als een steek in mijn hoofd
mijn ziel voelde zwak en verdoofd, als verstard
Want waarom heb je mij niet geloofd,
toen ik zei dat het allemaal leugens waren
die alles nu hebben vernield.
Toen ik zei dat ik heus niet al die jaren
net deed of ik echt van je hield
Maar geen woord of daad kan mij bekeren
van hetgeen jij me ooit hebt gezegd
Geen leraar of god zal mij kunnen leren
dat de liefde kan worden weerlegd.
Want ik zie nog steeds dat licht in jou ogen,
weer eventjes voel ik me blij,
ookal hebben we vaak tegen elkaar gelogen
ik hoor bij jou, en jij hoort bij mij.