Ik haat het sturen van gedachten
Een vooroordeel is mijn mening niet
Toch zal ik altijd trachten
Te spreken tegenover verdriet
Ik haat het tonen van sterke tranen
Of een glimlach alleen mij bestemd
Een hallucinatie is het wanen
Dat ik in mijn tranen zwem
Ik haat het drinken van vloeiend rood
Nee meneer, geen wijn voor mij
Even teken ik voor de dood
Een marteling en een schilderij
Ik haat het leven niet te leven
Op de grond staande realiteit
Een ogenblik, ik wil zweven
En draaien in mijn afwezigheid