4 seizoenen
Herfst
Ik zie de bladeren aan de boom verschroeien,
en jouw elke dag voor je leven stoeien.
De dagen worden als maar kleiner,
en m,n geloof word telkens fijner.
Ik heb nog weinig vertrouwen in God,
en Zijn almachtige gebod.
Winter
De kauw is gekomen,
en maakt een einde aan al m,n dromen.
Waarom ben ik zo dom geweest,
en altijd voor uw gezag gevreesd.
T’ leven is nog een groot feest.
Ik ben een beest dat door m,n leven sjeest.,
En denkt “m,n geloof is er geweest”
Dat had U al gevreesd.
lente
Het geld is weg,en toen begon de pech.
Het zaad begon te ontkiemen,
en ontdeed me van alle riemen.
En God vergaf me al m,n striemen.
Ik moet Sun vertrouwen weer verdienen.
Zomer
Het begin van al m,n dromen,
de Zon is weer in m,n leven gekomen.
En heeft het licht weer doen gloeien.
De vlam begint te groeien,
het geloof begint te vloeien.
De boom begint te bloeien,
ent valt niet meer te snoeien