(een metselaar vertelt)
Dit grietje
Ach, ze is toch
zoooooo moooooiiii!
Haren, heupen
borsten, billen
om van te trillen
Ogen, die openheid
Openheid?
Euh… die opperhuid
Opperhuid?
Euh… dit oponthoud
Oponthoud?
ONTHOUDT OPONTHOUD!
Kerels, kinderen
mongolen, bejaarden
honden
als straatvuil zo lelijk
Zeg eens;
dit grietje is zij niet
zooooo moooooiiii?
Klak klak klak klak
Fwie Fwuuuw!
(Zij armen kruisen)
Klak klak klak klak
Fwie Fwuuuw!
Boem!
(Zij liggen…
en dan nog wel met de pootjes omhoog)