Je was stil,
zelfs ik was sprakeloos,
jouw bekken bleef gesloten
als een vreemd boek
vol verboden zinnen.
Soms voel ik nog die drang
om over vroeger te dromen,
die ene kus,
jouw gretige arm om me heen
en de wilde hartstocht in je ogen
die begeerden in het halfduister.
De tijd speelt een wreed spel
met ons leven.
Wie kan er zeggen
of jij ooit eens naast mij
zult liggen ?
Ik tel de jaren een voor een
en bemerk stilaan
dat ook wij
eens oud en eenzaam
zullen worden.