Een zonnestraal
De mist trekt op,
Vanuit de nevel,
Zie ik hem komen
Ik zie zijn hand,
Zijn gezicht is nog ver en onbereikbaar,
Mijn gedachten willen dat gezicht onderscheiden
Maar het gaat te snel,
Als ik hem bijna heb, voel ik zijn hand uit de mijne glijden.
Zo gaat ’t keer op keer,
Dan laat ik hem los,
En zie ik hem verdwijnen,
Om hem daarna terug te zien komen.
Zonnestralen omschijnen hem,
Ik voel ze stralen in mijn hart,
Zijn hand pakt de mijne,
Ik houd hem vast,
Om hem nooit meer te laten verdwijnen