Ze kwam uit het noord”n en ze slikte ennen.
Ze trouwde met een zoon uit het kleine dorp
Maar wist niet hoe het was om vreemdeling te zijn
In een kleine plaats, waar ieder, ieder kent
Zij, uit het noorden, wilde meedoen in het leven
En wilde deel van een gemeenschap zijn
Ze snakte naar vriendinnen van haar eigen leeftijd
Jong volk, waar ze mee lachen en mee praten kon.
Men gluurde door haar ramen als ze niet thuis was..
Alsof ze een vreemd dier was uit een dierentuin.
Ze heeft de ochtenden in Zeeland goed gekend.
En heeft ze achter zich gelaten, ongebroken.
-----------------------------------------------------.
She came from way up north with a strange accent
Married one of the sons of this small town
Had no idea how it would be
To be a stranger in such a village.
She, from the north, wanted to join in
Wanted to be part of this community
Tried to make friends who were her age
To have a laugh, a talk, some company
When she was not at home, they glared through windows
As if, a strange monkey housed there in a zoo.
She once lived in a little place in Zeeland
Left it behind her with unbroken spirit