Als ik ooit nog een vleugel kan kopen
en dit mij niemand verbiedt,
zal er een muur gesloopt worden,
mooi vasttapijt
en een warme kachel voor de schouw.
Om mooie melodieen te spelen
even voor middernacht
met de steeds schaarser wordende geluiden
van de stad op de achtergrond.
'k Zal ze niet in partituren zetten
want ik kan er geen schrijven
en kon ik het toch
dan zou ik het betreuren,
dat een orkest dit ooit zou spelen.
Zonder mijn stad en zijn geluiden
zonder de kachel die steeds
aangepord moet worden,
even te warm, even te koud.
Niemand zou kunnen spelen wat ik speelde
want ik zou het niemand durven toewensen
even voor middernacht
alleen te spelen
voor zichzelf.